Maria Montessori was haar tijd ver vooruit toen zij begin 20ste eeuw haar onderwijsvisie ontwikkelde. Zij ging ervan uit, dat een kind van nature actief, leergierig en nieuwsgierig is. Het kind wil zijn omgeving graag leren kennen. De ontwikkeling van een kind staat in voortdurende wisselwerking met die omgeving. Volgens haar verloopt de ontwikkeling van het kind volgens een vast en biologisch patroon. Een kind kruipt eerst voordat het loopt, het brabbelt eerst voordat het spreekt. Zij ziet het als de taak van de opvoeder om deze ontwikkeling te begeleiden. Maria Montessori ziet ieder kind als een individu met een eigen aanleg en een eigen karakter: ieder kind doorloopt de verschillende fasen van de ontwikkeling dan ook in zijn eigen tempo en op zijn eigen wijze. 

Bij ons op LEF kijken we daarom goed naar kinderen. We proberen hun zelfstandigheid te ontwikkelen én bieden hulp waar dat nodig is. We volgen de ontwikkeling van kinderen en stimuleren kinderen nét dat stapje verder te gaan. Dit alles in een prachtig gerenoveerd gebouw in de binnenstad van Utrecht, voorzien van een fijne speel- en leeromgeving met moderne onderwijsmiddelen en met oog voor alle maatschappelijke ontwikkelingen.

Snelle ontwikkelingen

We leven inmiddels in de 21ste eeuw, waarin alles om ons heen verandert en in beweging is. De ontwikkelingen gaan snel, de kennis die we vandaag opdoen, is morgen alweer achterhaald. Het is daarom nodig dat kinderen leren waar en hoe nieuwe kennis gevonden kan worden en dat ze daarbij leren kritisch te kijken naar wat ze vinden. De ontwikkelingen van nu beïnvloeden de wereld waarin zij  opgroeien en later zullen wonen, werken en samenleven. 

Veilige en rijke omgeving

Toekomstgericht montessorionderwijs betekent dat we kinderen een veilige en rijke omgeving bieden waarin ze leren samenwerken, kritisch denken en problemen oplossen. Dit begint al bij de jongste kinderen, als de oudste kleuters de jongste kleuters helpen. We zorgen dat kinderen het optimale uit zichzelf kunnen halen, maar ook het belang van de ander zien. De leerkracht begroet de kinderen ‘s ochtends bij de deur van het lokaal en maakt dan even persoonlijk contact met elk kind. Ouders kunnen aan het eind van de schooldag naar de werkjes van het kind komen kijken. Kleine voorbeelden die de zorgzaamheid voor elkaar illustreren.